Hormonen

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat mensen met overgewicht of obesitas een stofwisselingsprobleem hebben dat voortkomt uit een verstoord evenwicht tussen een aantal hormonen, waarvan insuline, serotonine en groeihormoon de belangrijkste zijn.

Insuline wordt geproduceerd in de pancreas. Het zorgt voor de regeling van het suikergehalte in het bloed.
De koolhydraten in onze voeding worden door het lichaam omgezet naar de meest elementaire suikermolecule, glucose genaamd. Insuline zorgt voor het transport van glucose naar de cellen. Deze gebruiken de glucose als brandstof om het lichaam van energie te voorzien. Bij een teveel aan glucose zorgt insuline ervoor dat de overtollige glucose wordt omgezet in vet. Dit wordt in de vetcellen opgeslagen.
Wanneer het lichaam in een latere fase nood heeft aan veel energie, dan wordt dit vet door een ander hormoon, glucagon genaamd, weer omgezet naar glucose.

Serotonine, in de volksmond ook wel gelukshormoon genoemd, wordt voor 90 % in de darmen geproduceerd. Daar regelt het voornamelijk de darmperistaltiek.
De overige 10 % wordt aangemaakt door bepaalde neuronen in het centraal zenuwstelsel. Daar heeft het verschillende functies. Naast o.a. de emoties, de slaap, het geheugen en het leervermogen regelt het ook de eetlust en het verzadigingsgevoel.
Bij een te laag serotoninegehalte in het bloed stijgt de behoefte aan voedsel, voornamelijk de behoefte aan snelle koolhydraten.
Met de juiste voeding kan de productie van serotonine gestimuleerd worden.

Het groeihormoon of somatotropine wordt aangemaakt in de hypofyse, een klier in de hersenen. Het speelt een belangrijke rol in de groei en het herstel van de cellen en de weefsels. Het zorgt ook voor de ontwikkeling en het behoud van spieren en organen en voor stevige botten. Het groeihormoon is eveneens van groot belang voor de regeling van het metabolisme (de stofwisseling). Het stimuleert de vetverbranding.
Groeihormoon wordt voornamelijk ’s nachts aangemaakt en wanneer de bloedsuikerspiegel laag is. Het stimuleert de omzetting van vetten in glucose om de bloedsuikerspiegel te verhogen voor de aanmaak van energie.
Groeihormoon en insuline reguleren samen

  • de bloedsuikerspiegel
  • de opslag van vet
  • de aanmaak van energie

 

Insuline en groeihormoon zijn antagonisten, want zij hebben een tegengestelde werking en ze remmen elkaars werking.
Het is dus belangrijk dat beide hormonen evenwichtig samenwerken. Voeding speelt hierbij een heel grote rol.
Bij mensen die lijden aan overgewicht is het niveau van het groeihormoon gedaald, het insulinegehalte vertoont hoge pieken en serotonine wordt niet voldoende aangemaakt. Het maakt dan niet meer uit of je veel of weinig eet, de hormonen zijn uit balans en daardoor neemt het gewicht langzamerhand toe.

De oplossing… gezonde en evenwichtige voeding!

Wanneer het verstoorde evenwicht in de hormoonhuishouding hersteld wordt, gaat het lichaam afslanken. Ziekten en kwalen die met het overgewicht gepaard gaan, worden eveneens geheeld. Meestal hoeven diabetespatiënten of mensen die lijden aan een verhoogde bloeddruk of verhoogde cholesterol na het dieet geen medicatie meer te nemen.

“Laat uw voeding uw medicijn zijn en uw medicijn uw voeding”

Hippocrates, (460 - 377 voor Christus)

Door op een gezonde en verantwoorde manier de juiste voeding te gebruiken die afgestemd is op jouw individuele behoeften kunnen de hormonen weer in balans gebracht worden. Het resulteert in snel en gezond vet- en vochtverlies terwijl de spieren verstevigd worden en de huid strak blijft.
Dit dieet gebruikt dus gezonde voeding als medicatie zoals Hippocrates, de vader van de geneeskunde, het eeuwen geleden al onderwees.